top of page

TOGATEKORT

De toga is hét kenmerk van de advocatuur. Een advocaat in een spotprent gaat altijd getooid in zwart gewaad en witte bef. Veel advocaten staan in toga gefotografeerd op hun website of LinkedIn-profiel. En na een megazitting in een geruchtmakende strafzaak wil de pers het liefst de advocaat te woord staan als hij of zij nog in toga gehuld is.

De toga wordt zó vereenzelvigd met de advocaat dat mijn cliënten vaak verbaasd reageren als ik uitleg dat ik er zelf geen heb. Maar ja: ik procedeer in het hele land en reis bijna altijd met de trein; dan is zo’n lange, zware toga een enorm gezeul. En je moet zo’n ding eigenlijk op maat laten maken, wat niet goedkoop is (voor de geïnteresseerde lezer: daar heb je speciale ateliers voor, bijvoorbeeld deze). En tenslotte koester ik persoonlijk weinig liefdevolle gevoelens voor de toga: onhandige, veel te warme lappen stof zijn het, waar je dan ook nog zo’n idiote bef (het woord alleen al) overheen moet hangen. Met andere woorden: ik hoef er geen.

Gelukkig zijn de Nederlandse rechtbanken zo vriendelijk om toga’s te verhuren of uit te lenen aan togaloze advocaten zoals ik. Hoe dat huren en lenen in zijn werk gaat verschilt nogal per arrondissement en is volgens mij veelzeggend over het karakter van die rechtbank – voer voor cultureel antropologen, maar zover ik weet is wetenschappelijk onderzoek naar dit fenomeen tot nu toe uitgebleven. Hier wat van mijn eigen observaties.

In Den Haag (waar ze vinden dat ze het recht uitgevonden hebben en dat ook ongegeneerd uitstralen) gaat men uiterst formeel te werk: om een toga in handen te krijgen moet ik me eerst melden bij een balie en een nummertje trekken, als ik aan de beurt ben twee euro betalen en in ruil daarvoor een getekende kwitantie in ontvangst nemen, waarna ik een apart kamertje mag betreden dat de baliemedewerker speciaal voor mij moet open doen, om daar een toga uit een rek te mogen pakken. Dat kost alles bij elkaar al gauw 20 minuten, maar dan heb je ook een bonnetje voor je administratie dat je boekhouder doet huilen van geluk. In Rotterdam (thuishaven van praktische rechters die van doorpakken houden) pak ik gewoon een genummerde toga uit een kast en geef ik aan de bode door welke ik heb geleend. Gratis en in twee minuten klaar, en dat die toga’s hier en daar een knoop missen en wat rafelen aan de randen- daar moet je niet moeilijk over doen. Maar het kan nog sneller, namelijk in gemoedelijke provinciale rechtbanken als die van Zutphen. Daar doet men niet aan grootstedelijk wantrouwen en kun je een toga van een rek halen zonder zelfs maar aan te hoeven laten tekenen welke je hebt geleend. In Amsterdam is alles duurder, ook het huren van een toga – drie euro per keer maar liefst, maar, zo laat de meneer van de togaverhuur niet na om te benadrukken, ze worden wel regelmatig gestoomd en alle knopen zitten eraan. En je kunt er pinnen.

Al met al een divers, maar in de kern prima functionerend systeem, waardoor ik in mijn bijna acht jaar als advocaat altijd min of meer netjes in toga gehuld in de rechtszaal ben verschenen. Maar vandaag las ik dit bericht. Alarm! Togatekort! Wat moeten die advocaten nu doen, toga-poolen? Gelukkig heb ik de komende maanden in Utrecht geen zittingen. Anders had ik mij over mijn bezwaren tegen een toga-aanschaf heen moeten zetten en uit pure noodzaak een bezoekje brengen aan www.togadiscounter.nl.

RECENT POSTS:
SEARCH BY TAGS:
bottom of page